Cactusfestival 2025 (Festivaldag 2): Zomerse cocktail...

© CPU – Irene Van Impe

Na een bonte vrijdagavond waar onder meer Glints, Johnny Marr en 2manydjs het beste van zichzelf gaven, is er op zaterdag op het Cactusfestival opnieuw een goed gevuld en zeer gevarieerd programma. Grootheden als The Black Keys, Slowdive, Sylvie Kreusch en Kae Tempest deden deze dag snel uitverkopen, al waren er zoals gewoonlijk ook gedurende de dag verrassende ontdekkingen te doen in het Minnewaterpark. De sfeer van een familiaal festival met één podium blijft een succesformule, want waar anders dan in Brugge worden blues, shoegaze, pop, rap, jazz, punk en zelfs Japanse folksongs samen in een blender geworpen tot één zomerse cocktail?

Sophye Soliveau

© CPU – Irene Van Impe

Hoe beter het Minnewaterpark zacht te laten ontwaken dan met een portie jazz? Sophye Soliveau kreeg de eer om het binnendruppelende publiek naar het podium te lokken met doorleefd harpspel, maar vooral met haar honingzoete en soulvolle stem. Op het podium ging het er even gemoedelijk aan toe als bij de toeschouwers. Soliveau dolde met de twee muzikanten die haar bijstonden, stak wierook aan en improviseerde erop los. Wie dacht dat harp en jazz weinig gemeenschappelijk hebben met elkaar, kwam bedrogen uit, want de combinatie werkte wonderwel goed. Qua genres mengde ze rustig naast jazz ook wat vleugjes r&b en hiphop (in dialoog met haar muzikanten) door haar optreden heen. Er was ook ruimte voor een lange bedankingsronde voor al wie haar tot hier had gebracht. Eindigen deed ze met het mooie “Leave”, waarin ze eerst oog had voor degenen die niet weg kunnen in de wereld, waarna ze probeerde het publiek te doen meezingen, met wisselend succes. Een mooie eerste kennismaking.

Big Special

© CPU – Irene Van Impe

De eclectische mix die Cactusfestival kenmerkt, zorgde ervoor dat soulvolle jazz onmiddellijk kon gevolgd worden door een stevige portie (post)punk. Big Special was uit Manchester gekomen om te entertainen, want daar was het contractueel toe verplicht, en dus stak het zijn ambitie niet onder stoelen of banken. Wat volgde, was een Engelse wervelwind die het vuur van de eerste keer aan de lont stak. Drummer Cal Moloney was een onuitputbare bron van energie vol ‘Oy’s’, nu eens gevatte dan weer cliché bindteksten, opruiende gebaren en een sampler waaruit kermisgeluiden weerklonken. Zanger Joe Hicklin rapte, zong en brulde terwijl hij het hele podium en de frontstage verkende. Het enige jammere, was dat de overige instrumenten allemaal ingespeelde tracks waren waarop de band meespeelde. De heerlijke baslijnen tijdens “HUG A BASTARD.”, de saxofoon tijdens “DOMESTIC BLISS.”… het klonk allemaal geweldig, maar het voelde toch af en toe of je daardoor naar een stevige, strak georkestreerde theatershow keek. Dat mocht de pret echter niet drukken, want het duo gaf zich voor 200% en de guest appearance van Rachel Goswell van Slowdive voor “BLACK DOG / WHITE HORSE” zette de kers op een geslaagde show. ‘Thumbs Up’!

The Bony King of Nowhere

© CPU – Irene Van Impe

Met zijn liveband aan zijn zijde trapte Bram Vanparys de middag finaal op gang, en wanneer hij vroeg in de set “Are You Still Alive” op het toegestroomde en misschien iets te beleefde Cactuspubliek losliet, zoog hij het mee in een oerdegelijke set. Live is The Bony King of Nowhere veel meer dan enkel Vanparys, met onder meer goed volk als Simon Segers op drums (MDCIII, De Beren Gieren) en Gertjan Van Hellemont (Douglas Firs) mee op het podium. De vier man sterke band gaf Vanparys een kleurrijk pallet waarin hij zich nu eens rockend dan intiem volledig gaf. Veel bindteksten waren er niet, en dat maakte het opdragen van “Everybody Knows” aan iedereen wie onrecht wordt ongedaan des te sterker. Naast de tekst die ‘actueler is dan ooit’ was het ook muzikaal een pareltje waarin Vanparys zich vocaal als een zoon van Thom Yorke ontpopte. Net zoals in “Almost Invisible” trouwens, waarin de Radiohead-invloeden helemaal naar voren kwamen. Het mocht live ook stevig rocken, de gitaar van Van Hellemont draaide piepende overuren tijdens “Slow Down” en “Get One Free”. Dat nummer tekende misschien wel voor de meest intense uitvoering, met Vanparys zonder gitaar die het publiek met zijn tekst confronteerde over de schaduwzijde van het afkopen van je geluk en gemoedsrust. De lange stilte die hij liet voor de finale ‘at any cost’ was ijzingwekkend, waarna het nummer muzikaal explodeerde en scherven het geluk moesten brengen.

Minyo Crusaders

© CPU – Irene Van Impe

Geen Cactusfestival zonder ook een toefje wereldmuziek en met Minyo Crusaders kwam deze negenkoppige groep bewijzen dat traditionele folkliedjes uit Japan springlevend zijn. Met heel veel spelplezier vanaf de eerste seconden kregen de Crusaders het publiek onmiddellijk op hun hand. Vergeet alle stereotypen die in je hoofd zitten over Japanse traditionele muziek, deze leunde veel dichter aan bij wat een groep als Buena Vista Social Club brengt. Denk zomerse blazers, opzwepende percussie en samenzang die niet te verstaan is, maar toch heerlijk in het oor ligt. Ook qua instrumentarium weinig traditionele instrumenten terug te vinden, maar eerder de opstelling van mambo-orkest. Het publiek ging gewillig mee in deze zonnige muziek en danste, klapte en bewoog mee op aangeven van de dankbare muzikanten. Heel veel liefde over en weer dus, en de ideale soundtrack bij een dag in het zonovergoten Minnewaterpark. Feelgoodoptreden van de dag.

Kae Tempest 

Is er op een zonnige festivaldag plaats voor donkere poëzie? Reken maar van wel! Met een kersvers en grimmig album op zak trad Kae Tempest aan, slechts geruggesteund door één muzikante die zowel synths, percussie, samples en vocals voor haar rekening nam. Het maakte dat het podium ontzettend leeg oogde met enkel een sobere lijn die af en toe in een lichtkrant veranderde. Maar dat was buiten de onaardse verschijning van Kae Tempest gerekend, die zich nummer na nummer steeds dieper in de harten van de ruim opgekomen fans dichtte. Het eerste gedeelte van de set bevatte nochtans amper een lichtpuntje. Slogans als ‘I’d be more worried if we weren’t disturbed’ (“Diagnoses”) en ‘I’ll fight you til I win’ (“Move”) verschenen op de lichtkrant. Ook “Perfect Coffee” was enkel gelardeerd met gitzwarte beats. Met een rijkelijke woordenschat fileerde Tempest scherp alles om zich heen. Op basis van alles wat die op het publiek afvuurde, is de wereld en de mensheid er barslecht aan toe.

Met “More Pressure” slopen er voor het eerst wat lichtere synths de muziek binnen; ze zweepten op, maar werden het zwijgen weer opgelegd in de verstilde outro. Ook met “Geronimo Blues” bleef Kae Tempest aan de snelheid van een machinegeweer het publiek bestoken met harde confronterende waarheden. “Statue In The Square”, de uitstekende eerste single van het laatste album Self Titled, had niet meer dan loeiende sirenes en donkere beats nodig om zijn boodschap over te brengen. Op het einde zelfs nog eens expliciet herhaald, om geen twijfel erover te laten bestaan. ‘They can shake their heads in despair. But we been here from the start and we ain’t going nowhere.’ Maar, zoals steeds in de teksten van Kae Tempest, was er tussen alle donkerte ook steeds plaats voor hoop. De artiest vindt deze in de prachtige setting van het park, de zon die doorheen de bladeren danste en de gezichten van de toeschouwers… de dankbaarheid was groot. “People’s Faces” klonk toepasselijk en bijna lieflijk in vergelijking met het hardere recente materiaal. Tot slot gaf Kae Temptest hun fans tijdens “Know yourself” nog een boodschap mee op de lichtkracht: ‘If you saw the younger you what would you say to them?’ Een harde, maar mooie noot om kraken.

Sylvie Kreusch

© CPU – Irene Van Impe

Drie jaar na haar vorige passage op Cactusfestival stond Sylvie Kreusch gisteren opnieuw op het podium, en te oordelen aan het talrijk opgekomen publiek werd hier opnieuw enorm naar uitgekeken. Met veel bravoure, een weelderige aankleding en tonnen dramatiek werd het optreden een ware triomftocht van een van de beste Belgische indie-acts die ons land momenteel rijk is. Bij “Let It All Burn” sloeg de vlam een eerste keer in de pan en werd er mooi opgebouwd naar een meezingfinale op het ritmische aangeven van drummer Simon Segers, die na zijn shift bij The Bony King of Nowhere ook hier opnieuw het ritme mee bepaalde. La Kreusch was in grote doen en met veel gevoel voor drama werden “Shangri-La” en “Seedy Tricks” in een dansjasje gehesen.

Mede dankzij haar uitstekende begeleidingsband werd bij ieder nummer steeds een aparte sfeer geschapen. Het westerndeuntje “Ride Away” te paard ging naadloos over in een wandeling op “Walk Walk”, waarin de watermeloenparaplu opnieuw zijn opwachting maakte. En waar ze op het eind van het nummer met haar hoge bijna walvisachtige klanken het publiek helemaal gek maakte. Haar twee toetsenistes en achtergrondzangeressen kleurden de show en de sfeer mee door hun gerichte ondersteuning. Zo klonken de ‘Hey’s’, de ‘Ooh’s’ en de ‘Lala’s’ nog meer alsof ze door iedereen werden meegezongen. “Just A Touch Away” werd door hen naadloos naar “Please To Devon” gesponnen waaruit op het einde nog een verschroeiende gitaarsolo werd gepuurd. Met “Comic Trip”, dat massaal werd meegezongen, verzilverde ze op classy wijze haar triomftocht. Dat mogen volgende keer gouden ballonnen zijn!

Slowdive

© CPU – Irene Van Impe

Met de zon die onder de horizon zakte, was het aangenaam nagenieten van een warme dag en hoe dat beter te doen dan met de absolute helden van de shoegaze: Slowdive. Het quintet rond de spil Rachel Goswell en Neil Halstead was zelf ook bijzonder opgetogen om op deze magische plek te mogen optreden. Qua nummers werd er gretig in het hele oeuvre gegrasduind en klinkt shoegaze anno 2025 nog steeds als een genre dat nooit is weggeweest. “Star Roving” zat vroeg in de set en liet een eerste keer op straffe wijze de stemmen van Goswell en Halstead in dialoog met elkaar vervlechten. En met “Catch The Breeze” er achteraan rolden de gitaargolven languit over het minnewaterpark. In “Crazy For You” werd de galmknop zelfs extra opengeschoven waardoor een lang ruimtevullend effect ontstond. Een effect dat rechtstreeks naar het “Souvlaki Space Station” schoot waar de slidegitaar heer en meester is.

In het tweede deel van de set, en zeker naar het einde toe, werd het tussen de nummers in wat rommelig wanneer een verkeerd lied startte of het onduidelijk was of ze nu nog één of twee nummers konden spelen. Muzikaal kon dat de pret echter niet drukken en passeerden er nog meer hoogtepunten. De bassen trilden door ons lichaam bij “Chained to a Cloud” en bij de eerste akkoorden van het prachtige “Sugar for the Pill” stegen er gelukzalige ‘aaah’s’ op vanuit het publiek. “Kisses” en “When the Sun Hits” brachten ode aan de zon die vandaag zijn deel meer dan heeft gedaan. “Slomo” zat bijna op het einde en liet Goswell nog één keer de hoogste regionen van haar stem bereiken. Qua sfeerschepping werd het niet meer beter dan dit. Slowdive tekende voor een set die weinig verrassingen bood, maar des te meer kwaliteit bevatte.

The Black Keys

Lang van tevoren was deze zaterdag van Cactusfestival 2025 uitverkocht en daar zaten Dan Auerbach en Patrick Carney voor een groot deel tussen. Als The Black Keys maken ze al meer dan twintig jaar muziek die oorspronkelijk erg bluesy en rauw was, maar op plaat steeds meer een gepolijste en poppy indruk achterliet. Als headliner op een festival grabbelden de heren het beste uit hun hoed van die afgelopen jaren en kruidden ze met een paar nieuwe songs. Openen met een medley van drie nummers van hun oudste platen, da’s natuurlijk fan service van formaat en dus mochten “Thickfreakness”, “The Breaks” en “I’ll Be Your Man” onmiddellijk laten horen dat The Black Keys de blues nog steeds diep in zijn hart draagt. Ook “Your Touch” uit Magic Potion ging op hetzelfde elan verder, maar vanaf dan werden de registers in alle richtingen open getrokken. “Gold On The Ceiling” kreeg het publiek voor de eerste keer aan het meezingen en“Wild Child” kreeg een strakke uitvoering geïnjecteerd door een funky wahwah-gitaartje. “I Got Mine” moest het dan weer hebben van zijn heerlijke zware riff die de hoofden van het Cactuspubliek goedkeurend deed meeknikken.

Dan Auerbach en Patrick Carney hadden live ook nog vier muzikanten meegebracht, al waren deze er gisterenavond om vooral wat extra accenten te leggen, zoals in “Psychotic Girl” waar de pianopartij af en toe het voortouw mocht nemen. De focus lag over de hele set heen toch terecht meer op de magische muzikale tandem tussen beide heren. Van de nieuwe nummers leerden we vooral dat “Man On A Mission” zijn plaats op de setlist zeker verdiende, “No Rain, No Flowers” vonden we wat minder overtuigend. Naast een geslaagde cover van Canned Heats “On The Road Again” werd nog een spervuur aan hits voor het laatste deel van de set bewaard. De ‘lala’s’ in “Howling For You” werden meegebruld, “Little Black Submarines” werd vakkundig in twee delen gekapt en als klap op de vuurpijl mocht “Lonely Boy” de gemoederen nog eenmaal verhitten. The Black Keys gaf een rechttoe rechtaan optreden dat naast een overzicht van zijn carrière ook een greatest hits voor de fans werd, perfect om deze festivaldag mee af te sluiten.

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!