

© CPU – Peter Verstraeten
Eigenlijk is het bijna schandalig dat we nog nooit naar Sjock zijn gegaan. Het kleine gitarenfestival heeft namelijk alles in zich waar we fan van zijn, maar nog nooit hebben we de verre tocht naar Gierle gemaakt. Onaanvaardbaar, al zeggen we het zelf, maar gelukkig brengen we daar dit jaar verandering in. Tijd over onze Sjock-ontmaagding! Want hoewel het festival al voor de negenenveertigste keer plaatsvindt, is het immers nooit te laat voor een eerste keer en zo trokken we richting de Kempen voor het nodige gitaargeweld. En met Itches, CRACKUPS en Sha-La-Lees werden we daarmee op onze wenken bediend.
Itches @ Bang Bang Stage


© CPU – Peter Verstraeten
Je moet krabben waar het jeukt, dus het is meer dan logisch om ook meteen te starten waar het kriebelt. Rechtstreeks uit de sloppenwijken van Los Kempos, voor de normale mens ook wel bekend als Vorselaar, mocht Itches het derde podium van het festival openen. Na enkele kleine probleempjes met de microfoon, schoot de carapunk-machine in gang en stoomde het al snel op volle vaart vooruit. Met krullenbol Philippe Peeters aan het roer beukte het drietal stevig door en hoewel het publiek zijn dansbenen nog moest vinden, werd de toon voor de eerste avond meteen brutaal neergezet. Dat deed het vooral met werk van het sterke Two Flies In One Clap, dat op de wei van Sjock zelfs nog beter klonk dan op plaat. En dat zegt meer over het optreden dan over de plaat zelf!
Uncle Lucius @ Mainstage


© CPU – Peter Verstraeten
Wie een blik wierp op de Mainstage-affiche van de vrijdag, zag daar niet bepaald de grootste namen van het moment staan. Toch stond er met Uncle Lucius een serieus grote vis op de planken. Bijna vier en een half miljoen aan maandelijkse streams harkt de groep rondom Kevin Galloway binnen, terwijl het in eigen land met gemak arena’s groter dan het Sportpaleis vult. Gisteren stond het Amerikaanse zestal voor een net iets kleinere menigte, maar aan inzet was er geen gebrek. Hun warme Southern rock werd vakkundig gebracht, waarbij hier en daar zelfs ook een stevige snaar te vinden viel. Toch was het vooral het zachte gitaarspel dat indruk maakte, iets dat bij knalhit “Keep the Wolves Away” nog het meest naar voren kwam. Het rauwe, autobiografische nummer werd gebracht met een intiem karakter, maar wist wel de volledige wei te overtuigen. We snappen wel waarom dit in Amerika volle arena’s trekt.
Sha-La-Lees @ Bang Bang Stage


© CPU – Peter Verstraeten
Waren de dansbenen bij Itches nog redelijk verstopt, kwamen ze bij de Sha-La-Lees met bakken tevoorschijn. Het Limburgse viertal serveerde een portie smerige garagerock dat als perfecte ontsteking diende om de boel te laten ontploffen. De moshpit raasde al snel in het rond en op de tonen van een mondharmonicasolo, wij wisten ook niet dat we dat woord ooit gingen schrijven, ging het publiek compleet overstag. Het was beuken en trekken voor het podium en zelfs de eerste stagediver van het weekend maakte zijn vlieguren. Dat hij vervolgens kneiterhard op de grond belandde, laten we voor de sfeer even buiten beschouwing. Hoogtepunt was toch wel de kracht die bij “O, Oblivian” vrijkwam. Het nummer werkte als een oerknal, waardoor de hele weide veranderde in één grote dansende massa en alle remmen definitief losgingen.
Danny Vera @ Mainstage


© CPU – Peter Verstraeten
We zeiden het al bij Uncle Lucius: het zijn niet de meest bekende namen van het moment die het hoofdpodium op vrijdag vullen. Zo mocht ook Danny Vera aantreden en hoewel de beste man in eigen land een meer dan gevestigde naam is, geniet hij in ons landje amper bekendheid. Nee, het zijn vooral de Noorderburen die een belletje horen rinkelen bij het zien van de naam. Maar gelukkig stroomt er door de ondergetekende beer ook volop Nederlands bloed en daardoor weten we maar al te goed tot welke toffe show de charismatische singer-songwriter in staat is.
Die show serveerde hij ook op Sjock. Met zijn warme stem en onmiskenbare uitstraling, lees strak pak en nog strakkere vetkuif, bracht Vera een show die zowel voor het oor als voor het oog stond als een huis. De Nederlander had een fikse band mee die eigenlijk te groot was voor het podium, maar zich desondanks feilloos in het gelid hield. Het was strak van de eerste tot de laatste noot, waarbij de uitvoeringen van “Sugah Rush” en “Honey South” er vol op zaten. Toch was het vooral tijdens de grote hit “Roller Coaster” dat hij de meeste fans voor zich liet vallen, met een vlekkeloze uitvoering die de hele weide zachtjes mee liet deinen. De status die hij in Nederland heeft, zal hij dankzij zijn passage op Sjock nog niet meteen evenaren, maar het zaadje is geplant en dat is het belangrijkste. Strakke show van Vera en co.!
CRACKUPS @ Bang Bang Stage
De knallen vlogen bij de Bang Bang Stage in de rondte, want nadat we eerder Itches en Sha-La-Lees stevig zagen rocken, blies CRACKUPS als podiumafsluiter de boel volledig op. Wie op zoek was naar subtiliteit, was hier duidelijk aan het verkeerde adres, want de Kempenaren waren vanaf de eerste seconden er op uit om alles plat te walsen wat nog rechtstond. Het publiek had duidelijk zin in wat bruut geweld, want het veld stond tot de laatste centimeter propvol en vooraan kolkte op de tonen van nummers als “Rock Bottom”, “Plane Crash” en “White Fruit” een continue moshpit. Op een avond waar het gaspedaal niet vaak helemaal werd ingedrukt, vormde CRACKUPS het ideale excuus om het beest in zich los te laten en stuurde het de punkers die niks met headliner Melissa Etheridge hadden na afloop toch met een voldaan gevoel richting hun tent.
Melissa Etheridge @ Mainstage


© CPU – Peter Verstraeten
Niks dan respect voor Melissa Etheridge, maar het was ons ontgaan dat de vrouw nog altijd aan het touren was. Ergens ook wel een beetje logisch, want hoewel de naam zeker groot is, is het best wel een tijdje geleden dat dit queer-boegbeeld nog echt in de schijnwerpers stond. Toch mocht ze de Mainstage op de eerste dag afsluiten en deed dat daadwerkelijk in de spotlights, want tijdens “I Want To Come Over” schenen alle lampen op de geroutineerde zangeres.
Je kon wel merken dat de zangeres al een lange carrière achter de rug had. De diepe sporen van ervaring maakte haar stem een stuk rauwer dan in de verre jaren tachtig en negentig. De show kreeg hierdoor een flink rafelend randje, maar tegelijkertijd maakte dat haar muziek net nog een stukje doorleefder. Etheridge gaf ook nergens het gevoel dat het geknutseld of gepolijst moest zijn en maakte met haar aangetaste, schorre stem net daardoor de meeste indruk.
Wel kon je merken dat de zanger weinig tot geen jong publiek aansprak. Met een set vol met nummers van voor de eeuwwisselingen waren het vooral de oudere aanwezigen die zich herkenbaar lieten meeslepen. Je kon de kunstknieën horen kletteren op de tonen van “I’m the Only One” en “Come to My Window” werd geduchtig meegezongen door de grijze massa. Niet dat we ze ongelijk geven, want de vrouw met gitaar speelde door haar tientallen jaren aan ervaring een set die net zo stevig op zijn poten stond als de rollators naast het podium.


© CPU – Peter Verstraeten
Melissa Etheridge was niet vies om een hit van andere tijden op het publiek af te vuren en met afsluiter “Like The Way I Do” deed ze dat met volle overtuiging. Het nummer werd net iets meer uitgesmeerd dan de geschiedenisboeken erop na hielden en kreeg een uitgebreide livebehandeling, maar het publiek kon het enkel maar smaken. Het publiek stond al recht, anders had ze na de laatste tonen ongetwijfeld een staande ovatie gekregen. Maar toch nam Etheridge het applaus met liefde en plezier in ontvangst.
Tegen half twee zat onze eerste Sjock-dag ooit er op, maar wat hadden we ons vermaakt. Dat gaat vandaag op dag twee niet anders zijn, want met onder meer Gnome, Turbonegro en een afscheid nemend Refused staat er nog voldoende moois op ons te wachten.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!